Informatie over olie

Verpakking

Oliën zijn er in verschillende soorten verpakkingen. Onze producten zijn geschikt voor :

25 liter pvc metalen vaten
60 liter metalen vat, ook wel ¼ vat genoemd
208 liter metalen vat, ook wel 1/1 vat of vol vat genoemd
1000 liter IBC in pvc
Bulk

Over olie

Olie heeft meerdere eigenschappen.

• Smeren , dwz om de wrijvingsoppervlakken van de motor gescheiden te houden.
• Om te koelen door warmte af te voeren.
• Om motoronderdelen te beschermen tegen corrosie.
• Om trillingen te verminderen en daardoor het motorgeluid te dempen.
• Om een schoonmaakfunctie te hebben.

Pompen voor olie zijn samengesteld uit metaal / aluminium en nitrilrubber, ook wel bekend als Buna-N, Perbunan of NBR (afkorting voor nitrilbutadieenrubber).

Olie is geen bijtende vloeistof maar helpt bij het smeren.

Het is ook mogelijk om oliepompen te gebruiken voor de meeste soorten glycol en koelvloeistoffen.

Kies niet voor een pomp die qua capaciteit te klein is, deze werkt dan zwaarder en zal meer slijtage veroorzaken.

Vloeistoftypes en eigenschappen

Viscositeit
Definitie: Een maat voor de weerstand van de vloeistof om bij een bepaalde temperatuur te stromen, of simpelweg, hoe dik of dun de vloeistof bij een bepaalde temperatuur is. De viscositeit kan worden uitgedrukt in Saybolt Universal Seconds (SSU / SUS) of Centistokes (cSt). Deze waarden worden omgezet in centipoise (cp) om het wrijvingsverlies te berekenen.

De temperatuur verandert de viscositeit.
Warme temperatuur verlaagt de viscositeit en vergemakkelijkt het aanzuigen en pompen. Koude temperaturen verhogen de viscositeit en kunnen de pomp beïnvloeden en de tegendruk in het leidingsysteem verhogen. De viscositeit verandert ook door druk (vet), dat wil zeggen dat het vet vloeibaarder wordt als het onder druk wordt gezet.

Vloeistofverwarming
Raadpleeg altijd uw olieleverancier voordat u vet of olie gaat verwarmen. Vet kan bijzonder gevoelig zijn wanneer olie wordt gescheiden van de basiscomponent van het vet, wat de prestatie van het vet kan veranderen.

Thermische uitzetting

Thermische uitzetting Vloeistoffen zetten uit en nemen toe in volume bij verhitting en dit geldt natuurlijk ook voor motorolie, versnellingsbakolie, hydraulische olie, glycol, ruitensproeiervloeistof, etc.

Wanneer een vloeistof in een gesloten buis wordt verwarmd, neemt ook de druk toe omdat de vloeistof geen ruimte heeft om uit te zetten. Voor elke graad dat de temperatuur stijgt, stijgt de druk met 10 bar.

Voorbeeld: Basistemperatuur 20ºC met een temperatuurstijging van 10ºC
Verhoging 10ºC x 10bar = 100bar druktoename in het leidingsysteem

Overdrukventiel

Overdrukventiel Al onze olie / vloeistofpompen worden geleverd met een overdrukventiel. Het geeft het, meestal kleine, volume vrij dat nodig is om de druk onder de 60 bar te houden die we aanbevelen. Om morsen te voorkomen, kan een slang worden aangebracht voor het terugvoeren van olie van de pomp naar de tank.

Drukverhouding

Drukverhouding In zowel de luchtmotor, het blauwe deel, als het pomp / natte deel, het groene deel, bevindt zich een zuiger.
De relatie tussen deze oppervlakken geeft de drukverhouding weer.

Luchtmotorzuigeroppervlak
------------------------------------ = Drukverhouding
Pompzuigeroppervlak

Voorbeeld: Het zuigeroppervlak in de luchtmotor, d1, heeft een oppervlakte van 25cm² en het zuigeroppervlak in het pompdeel, d2, heeft een oppervlakte van 5cm². Dit geeft een drukverhouding van 5: 1 en de vloeistofdruk wordt 5 x inkomende luchtdruk:

Luchtdruk 7 bar X Drukverhouding 5 = 35 bar vloeistofdruk

Leidingsysteem voor olie

Een leidingsysteem voor olie dient als volgt te worden uitgevoerd. Anders kunnen er problemen ontstaan met een slechte doorstroming en een hoge drukval.

Leidingen:
Ø22x1.5mm 0-80m
Ø28x2mm 0-150m
Ø35x3mm 0-300m

Slangen: Ø3/4” 0-80m met 1 staalinlage

Een eenvoudig distributiesysteem

Een eenvoudig distributiesysteem Zie afbeelding en uitleg van de samengestelde componenten van een oliedistributiesysteem.

1. Drukregelaar om de juiste luchtdruk voor de pomp in te stellen.
2. Pomp om de vloeistof uit het vat op te zuigen en over te brengen naar het tappunt.
3. De zuigleiding dient zo kort mogelijk gehouden te worden en bij voorkeur niet minder dan 1 ", 3/4" is een absoluut minimum.
4. Vat / IBC / Tank met bijvoorbeeld motorolie, glycol of koelvloeistof
5. Aanzuigbuis in vat / IBC / tank etc.
6. Digitaal olieverdeelpistool.
7. Slanghaspel, in dit geval gesloten uitvoering.

Zuigleiding

Aan de zuigzijde van de pomp dienen de volgende zaken te worden vermeden:

Lange zuigleiding, zie ons assortiment zuigslangen

Voor kleine diameters zie ons assortiment aanzuigslangen

Geen terugslagklep, de zuigleiding moet altijd een terugslagklep aan het uiteinde hebben.

Indien de aanzuigleiding op de een of andere manier ondermaats is, kan de pomp caviteren, wat betekent dat er luchtbellen ontstaan in de aanzuigleiding en in de uitgaande leiding die zich het dichtst bij de pomp bevindt en de pomp "versnelt" zonder vloeistof te kunnen verpompen.

Welke pomp moet ik kiezen?

Overdracht van vat of tank met 2-5m slang en verdeelpistool

Lichtere oliën, hydraulische olie, motorolie, glycol, ATF

Pompen 1:1

Overdracht van vat of tank met 2-5m slang en verdeelpistool

Mobiele units en kleinere systemen

Verpompen van zwaardere oliën, achterasolie, versnellingsbakolie

Pompen 3:1

Mobiele units en kleinere systemen

Systeem met vat / tank, slanghaspel en verdeelpistool

Alle oliën

Pompen 3:1

Systeem met vat / tank, slanghaspel en verdeelpistool

Systeem met vat / tank, leidingsysteem tot 50 m en slanghaspel

Lichtere oliën, hydraulische olie, motorolie, glycol, ATF

Pompen 3:1

Systeem met vat / tank, leidingsysteem tot 50 m en slanghaspel

Systeem met vat / tank, leidingsysteem tot 50m en slanghaspel

Zwaardere oliën, achterasolie, versnellingsbakolie

Pompen 5:1

Systeem met vat / tank, leidingsysteem tot 50m en slanghaspel

Systeem met vat / tank, leidingsysteem meer dan 50m en slanghaspel

Alle oliën

Pompen 5:1

Systeem met vat / tank, leidingsysteem meer dan 50m en slanghaspel